Moto Guzzi V 65
Lario
Rijtest uit Motor
RAS-ITALIAAN
De moderne technieken zoals vierklepskoppen en 16" voorwielen gaan ook aan Moto Guzzi niet voorbij. De nieuwste telg uit dit oude Italiaanse geslacht, de V 65 Lario, bezit beide. De verdere kwaliteiten komen aan het licht in deze test.
Het is al weer twee jaar geleden dat we je konden
laten genieten van de test van de Moto Guzzi V 65. Nog een jaar eerder hadden we
de Moto Guzzi 850 Le Mans III in huis. Een combinatie van beide machines, de V
65 Lario, is het onderwerp van deze test. De techniek van de V 65
aangevuld met
eer vierkleps kop wordt gecombineerd met het uiterlijk
var de Le Mans. Maar dan nog fraaier. Zeker in de uitvoering zoals wij die kregen.
Een racerood frame er witte polyester delen maken van de toch al fraai gestileerde
Guzzi een nog flitsender geheel. Wie het oog wat wil gunnen, komt bij de Guzzi
goed aan zijn trekken.
Maar de constructeurs van Guzzi hebben niet alleen aan het uiterlijk gewerkt. Ook
het inwendige van de motor werd onder handen genomen, evenals het rijwielgedeelte.
Achtklepper
De normale V 65 heeft volgens de opgave van de fabriek een vermogen van 38
kilowatt. De Lario heeft volgens de fabrieksopgave
43.4 kW bij een iets groter toerental. Dat grotere vermogen word verkregen door de
toepassing van vierklepskoppen. De inlaatkleppen met een diameter van 26.5 en de
drie millimeter kleinere uitlaatkleppen zorgen voor een betere ademhaling waardoor
het rendement word verbeterd. Door alle componenten van de kleppentrein zo licht
mogelijk te maken blijft het totale gewicht van de bewegende delen nog onder dat
van de tweeklepper. Enige nadeel van de toepassing van dit lichte Ergal-materiaal is het wat
forsere geluid dat uit de cilinderkoppen komt.
Andere wijzigingen aan het inwendige van het blok
is de lagering van de krukas. De glijlagers zijn van beter slijtvaster materiaal.
Ook de opbrengst van de oliepomp werd vergroot om het inwendige
nog beter te kunnen smeren en om de warmte beter te kunnen afvoeren.
Nog een detailwijziging aan de krachtbron is de carterontluchting. Vroeger monde
die uit in het luchtfilter. Nu verdwijnen de dampen zo
in de natuur, omdat er iets te veel olie in het blok zat verdween na een snelle
rit een deel van de olie uit het carter en kwam op het blok en de rijder terecht.
Daarna had het oliepijl waarschijnlijk de juiste waarde want de ontluchting gaf
geen problemen meer.
De luchtgekoelde V-motor met een blokhoek van 90° heeft een cilinderinhoud van
643 cc, wat wordt verkregen via een boring en
slag van 80 X 64 millimeter. De compressieverhouding bedraagt 10.3 op 1 en dat is iets
hoger dan bij de gewone V 65. De Guzzi vraagt wel om superbenzine ondanks dat de
cilinderkoppen inwendig vrij sterk lijken op die van de vierkleps Suzuki's die
wel genoegen nemen met gewone benzine.
Het benodigde mengsel wordt bereid in twee
grote Dell'Orto carburateurs elk een doorgang hebben van 30 millimeter. Elke carburateur
heeft zijn eigen benzinekraan die niet automatisch gesloten wordt wanneer
je de motor uitzet. De choke zit bij de linker carburateur en is goed
bereikbaar. Starten leverde nooit problemen op en het duurde altijd maar heel even
voordat de
motor van de choke af kon. Zowel het inlaatgedeelte als de uitlaten werden zodanig
aangepast dat het motorgeluid binnen de huidige Europese normen blijft. Het ontstekingsgedeelte is
geheel elektronisch zonder mechanische delen. Door de toepassing van vier kleppen
per cilinder werd gekozen voor een 10 millimeter bougie, die centraal in de verbrandingskamer staat.
De hamvraag was natuurlijk wat het effect zou zijn van de verdubbeling van het
aantal kleppen. Tenslotte was de gewone V 65 ook al een machine die erg soepel
liep vanaf lage toerentallen. We moeten daarvoor de acceleratiecijfers vergelijken met die
van de gewone V 65. Daarom staan in het lijstje met meetgegevens ook - tussen haakjes - de meetgegevens van
de V 65.
Nog voor dat we de machine gingen meten konden we al vaststellen dat het blok
enorm soepel is. Je kunt rustig bij hele lage toerentallen het gas opendraaien
zonder dat de motor ook maar een moment de indruk geeft dat het te bruusk zou
gaan. Daarbij komt dat de machine voldoende topvermogen levert om tot hoge snelheden
te komen. De maximaal gehaalde topsnelheid van 191 kilometer per uur ligt dan ook ruim
boven de 165 kilometer die we met de V 65 haalden. Die hogere topsnelheid dankt de
machine zowel aan het toegenomen vermogen als aan de kleine
stroomlijn, als de luchtweerstand gunstig beïnvloed. Bijkomend voordeel van de stroomlijn
is de betere bescherming voor de rijder hoewel die rechtop zittend de wind wel voelt.
Nieuwe materialen
De bouwwijze van Guzzi met het blok in de lengterichting
in het frame gemonteerd schijnt te vragen om een droge platenkoppeling. Guzzi gebruikt twee platen en
om het schakelen
nog sneller en exacter te kunnen laten verlopen is de koppeling zo licht mogelijk gemaakt.
Daarvoor maakte men gebruik van nieuwe materialen, zoals composiet.
De bediening van de koppeling is licht en exact waarbij je nauwelijks merkt dat
het om eer droge koppeling gaat.
De versnellingsbak heeft dezelfde interne verhoudingen als de V 65. Slechts de
primaire overbrengverhouding is wat korter waardoor enigszins het effect van een
close ratiobak wordt bereikt. Afgezien van de soms moeilijk te vinden vrijstand,
combinatie met een vrijstandslampje dat niet altijd op het juiste moment ging branden
laat de versnellingsbak zich goed schakelen. De schakelwegen zijn zeker niet te
lang en de gekozen overbrengverhoudingen passen helemaal bij het karakter van de
motor. Dat de machine een cardan heeft als eindtransmissie is een gegeven
dat je onder het rijden niet in de gaten hebt. De
eindtransmissie heeft nauwelijks invloed op het rijgedrag.
Moto Guzzi geeft bij haar informatie een haalbare topsnelheid van 190.5 kilometer
per uur bij 7800 toeren per minuut. Ondanks dat we ons zo klein
mogelijk hebben gemaakt bleven we een stuk forser dan de Italiaan die door Guzzi
werd ingehuurd om een snelle tijd op de klok te zetter. Wij kwamen onder ideale
omstandigheden op een snelheid uit van 186 kilometer per uur (gemiddeld in twee
richtingen). Er dat is best een waarde die er mag zijn. Zeker ook in vergelijking
met de 165 kilometer die we met de V 65 op de klokken wisten te brengen.
Remmen
De dubbele schijf in het voorwiel
en een enkele schijf in het achterwiel moeten voor de benodigde stopkracht
zorgen. Alle drie schijven zijn geperforeerd maar, bij de schijt in het achterwiel is
dat nauwelijks te zien omdat deze wordt bedekt door een afschermplaat. Met de voetrem
bedien je de linkerschijf in het voorwiel en de achterrem. Daarmee kun je zonder al te
veel kracht al een behoorlijke vertraging bereiken zonder dat
je ook één keer het gevoel krijgt dat de zaak zal gaan blokkeren. Wie echt
helemaal aan de limiet wil remmen kan ook de tweede schijf in het voorwiel er nog
bij pakken. Een brug tussen beide vorkpoten voorkomt torderen van de vork wanneer
slechts een rem wordt gebruikt.
Wie gewend is aan het integrale remsysteem zal waarschijnlijk
niet anders meer willen. Onder normale omstandigheden werkt het perfect. Wanneer
je er eens niet bij nadacht was je snel geneigd om teveel met alleen de voorrem
te remmen. Je moet dus duidelijk wel wennen aan dit remsysteem en dat was
waarschijnlijk ook de reden dat niet alle testrijders dolenthousiast waren.
Op lucht
Zowel de voorvork, een eigen ontwerp van Moto Guzzi,
als ook de beide achterschokdempers hebben lucht ondersteunde vering. In beide
gevallen kunnen de veerelementen met een centraal geplaatst ventiel op spanning
gebracht worden. De Paioli schokdempers achter zullen begin volgend jaar echter
worden vervangen door Koni's. Dit als compensatieorder voor de levering van Guzzi's aan
het Nederlandse leger.
Op het gebied van de vormgeving mogen de Italianen vooruitstrevend worden genoemd. Anders
ligt het op het gebied van de vering. De korte veerwegen maken een progressief
veersysteem noodzakelijk en met de toenemende slechtere kwaliteit van de
Nederlandse wegen is het komfort niet altijd even overdadig te noemen. Wie
overwegend sportief rijdt, zal niet zo'n moeite hebben met de vering. Wil je
echter ook nog wat komfort dan zijn de veerwegen wel aan de korte kant. Vooral de achterkant
wil op een slecht wegdek nog wel eens wegdribbelen in korte bochten. Net als de
rijder ook de voorvork wat last van de warmte. De vorkpoten werden wat vochtig vanwege
het "zweten" langs de keerringen.
Tijdens de test van de "gewone" V 65 hadden we
nogal wat moeite met de grondspeling. Door een montagefout kwam de middenbok
al erg snel op het wegdek. De helft van de middenbok was na de test toentertijd
dan ook bijna verdwenen. Nu was het opvallend hoeveel grondspeling we hadden. Enige
verandering ten opzichte van de "gewone" machine is de plaats van het
blok in het frame. Dat zit nu ruim twee centimeter verder naar voren. De overige maten van
het rijwielgedeelte zijn identiek aan dat van de standaard
uitvoering over de wegligging hebben we aan ook nauwelijks aanleiding tot kritiek.
Zowel in korte als in lange bochten, stuurt de machine strak. Het kleine 16
voorwiel heeft als plezierige bijkomstigheid dat de machine erg gemakkelijk van de rechte lijn
is af te brengen en een bocht instuurt. Ook bij snel genomen S-bochten kun je de
motor makkelijk omgooien. Het stuurkuipje heeft nauwelijks invloed op het weggedrag
slechts een keer - bij harde wind - hadden we in een snel genomen bocht het idee
dat de machine onrustig wilde worden, maar
voordat we het goed en wel in de gaten hadden waren de slingeringen al weer verdwenen.
Bijkomende plus is het lage gewicht van de Guzzi, 72 kilo droog.
Styling
De Lario lijkt in eerste instantie we wat op de Le
Mans III. Wanneer je de beide machines naast elkaar zet, wordt echter wel duidelijk
dat er in drie jaar tijd het een en ander is gewijzigd ten gunste van de Lario.
Het kuipje en het vaste deel zijn - op de geïntegreerde knipperlichten na - identiek. De Lario
heeft verder nog een grondspoiler waardoor de stroomlijn nu uit drie delen bestaat. Daarnaast heeft men de
vorm van tank, buddy en zijschilden ingrijpend
gewijzigd. Door deze ingrepen is de zithoogte lager geworden en de lijnen van de machine verlopen nu
vloeiender. Daardoor is het uiterlijk er een stuk op vooruit gegaan. Bovendien leverde het wit van het
polyesterwerk samen met
het racerode frame en de matzwarte uitlaten een kleurig geheel op waarmee je veel
passanten dwingt notie te nemen van de Lario. Bij die styling hoort zeker ook
het dashboard. Centraal geplaatst staat de toerenteller. Een witte
wijzerplaat met bij 7800 toeren een gedistingeerd rood streepje. Je mag wel
hoger, maar dan voor eigen risico. Daarnaast een goed afleesbare en nauwkeurig
aangevende snelheidsmeter. Aan de rechterkant van de roerenteller zit een voltmeter. Een
vrij nutteloos instrument want ais de accu leeg is wijst de meter vanzelf al niets meer aan. Een
olietemperatuur- of oliedrukmeter zou heel wat meer kunnen vertellen over de motor.
Een blokje met lampjes geeft informatie over een
aantal zaken en daaronder zit de bekende Guzzi-contaktsleutel, ietwat verzonken
en daarom met koude vingers in dikke handschoenen waarschijnlijk wat minder
goed bereikbaar. Het stuurslot zit aan de zijkant van het balhoofd en werkt met
een apart bijgeleverde sleutel.
De knoppen op de beide stuurhelften zijn nieuw ontworpen. Afgezien van het feit dat
het nogal enige tijd gewenning kost omdat de schakelaar voor de richtingaanwijzer rechts zit zijn
de knoppen
goed bereikbaar. De handvatten zijn gemaakt van een soort foam waardoor ze er
wat crossachtig uitzien. Op de linker stuurhelft zit bovendien nog een spiegel
die echter weinig vertelt over hetgeen er zich achter je rug afspeelt. Het beeld
wordt nogal wazig door trillingen, die overigens nergens anders hinderlijk
worden geconstateerd. De tankdop zit verzonken onder een afsluitbaar afdekplaatje,
waardoor de bovenkant van de tank redelijk vlak is en gemakkelijk een tanktas
gemonteerd kan worden.
Konklusie
Met een prijs van f. 12.598.— vult de Lario precies het gat op tussen de V 50 Monza en de Le Mans III. De Lario stuurt net zo flitsend als haaruiterlijk en levert bovendien voldoende vermogen om de lichte motorfiets heel hard over de meest bochtige wegen te sturen. Wie een liefhebber is van moderne techniek zonder dat meteen het woord overdadig valt en bovendien die geboden techniek ten volle benut zal hoge gemiddeldes kunnen halen met deze gunstig geprijsde Lario.
MEETGEGEVENS
teller 60 80 100
120 140 160
echt 60 79 98
119 140 161
acceleratie
80 - 120 (III) 4,49 ( 5,21)
100 - 140 (V) 10,57 (11,07)
Topsnelheid
Zittend 178 (153)
Liggend 188 (165)
Gemiddeld brandstofverbruik tijdens de test
1 op 13.64 (7,33 ltr. op 100 km), super (13.6)
Tijden in seconden, snelheden in kilometers per uur. Tussen haakjes staan de meetwaarden van de V65.
Henk Bruggeman