Moto Guzzi V7 Sport
Rijindruk uit Motor 43, 1966, door Ernst Leverkus
Ik reed op een kanonskogel
Ernst „Klacks" Leverkus, onze Duitse correspondent, was de eerste niet-Italiaanse journalist, die de gelegenheid had grondig kennis te kunnen maken met de Guzzi V 7 Sport. Hij vertelt nu over zijn ervaringen met deze bijzondere motorfiets, waarover wij al eerder - in ons nummer van 22 juli j.l. - de mening van onze Italiaanse correspondent Cario Perelli publiceerden.
De avontuurlijke vertellingen van baron von
Münchhausen zijn in de hele wereld bekend en ongetwijfeld heeft u in Nederland
wel eens gehoord van zijn rit op een kanonskogel. Stelt u zich eens voor, dat u
op von Münchhausen's kanonskogel zou zitten en dat iemand het kanon zou
afschieten. Een klap als een donderslag en gedreven door een ontzaglijke kracht
gaat de kogel er met u vandoor.. . !
Toen ik op de autoweg de Guzzi V 7 in de tweede versnelling van 30 km/u tot ruim
100 km/u liet accelereren, was het alsof ik op een kanonskogel zat. Met
onvoorstelbare kracht schoot de kolos er met mij van door. Toen ik bij 145 km/u
in vier schakelde en de koppeling losliet, maakten de 250 kg nóg weer een
sprong, die mij bijna op mijn buddy naar achteren deed schuiven!
50 SAE pk of ongeveer 43 tot 45 DIN pk bij 6000 t/m, een maximum koppel van meer
dan 6 mkg bij 3500 t/m (ruim 30 DIN pk), de zware vliegwielen en corresponderend
daarmee de souplesse van de motor, die van ongeveer 50 km/u in de vierde
versnelling tot ruim 160 km/u zonder rukken accelereert en waarmee men een
helling van 48º kan nemen, dit alles is het aantrekkelijke van deze buffel van
een motorfiets. Het is geen racer, geen sprinter en beschikt evenmin over een
flitsende trekkracht, maar het is een stoere en sterke toermachine voor snelle,
lange tochten. De zuigersnelheid is bij 6000 t/m slechts 14 m/sec., het vermogen
per liter cilinderinhoud 60 DIN pk.
Vroeger hebben wij de Europese motorfabrikanten en vooral die van machines vanaf
500 cc er al eens op gewezen, dat het opvoeren van het motorvermogen samen dient
te gaan met kwaliteitsverbetering en we hebben daarbij gezegd, dat dit bij de
huidige stand van de technische kennis alleen mogelijk zou zijn door vergroting
van de cilinderinhoud en wel zo, dat het maximum vermogen per liter
cilinderinhoud onder de 60 pk zou blijven. omdat gebleken is, dat hier bij de
meeste motorfiets-motoren de kritische grens ligt tussen betrouwbaarheid en
onbetrouwbaarheid. Of een motorfiets 500, 600, 650, 700, 750 cc of méér meet,
speelt voor bepaalde kosten (belasting, verzekering) geen rol, maar wegens de
steeds hogere kosten van onderhoud speelt het wel een rol of de motor vroeger of
later stuk gaat. Desondanks willen de enthousiasten een groter vermogen hebben.
Niet zozeer voor een hogere topsnelheid - of men 175 of 195 km/u kan halen maakt
op de waanzinnig drukke wegen nu al niets meer uit - maar vooral om over een zo
snel mogelijke acceleratie te kunnen beschikken, want die is in het drukke
verkeer belangrijker dan ooit. Men moet ten minste 30 pk hebben en zelfs méér,
als de machimeer dan 200 kg weegt. De grote Moto Guzzi V 7 type Sport heeft
ongeveer 43-45 DIN pk ( = 50 SAE pk) en weegt 245 kg. Dit komt neer op ongeveer
5.5 kg/pk. Samen met de lage zuigersnelheid komt dit dus ongeveer overeen met
onze oude verlangens. De eerste "buffel" onder de zware motorfietsen
komt uit een Europese motorrijwielfabriek.
De tweecilinder V-motor, viertakt met kopkleppen.
heeft precies 703.7 cc cilinderinhoud. De cilinders staan onder een hoek van 90
3 dwars in het frame. De boring is 80 mm. de slag 70 mm, het maximum toerental
6000 t/m. De krukas is driemaal gelagerd. De vierversnellingsbak met
voetschakeling en cardanaandrijving naar het achterwiel is tegen het motorcarter
aan gebouwd. De twee Dell'Orto carburateurs hebben 27 mm doorlaat. De
elektrische starter werkt op het vliegwiel, er is geen aparte kickstarter. De
dynamo is 12 volt, 300 watt (!). Dit zijn de belangrijkste gegevens van deze
machine, die zo klassiek is als de meest klassieke motorfiets met
cardanaandrijving maar zijn kan.
Ik had de gelegenheid deze fijne motorfiets over ruim 3500 km onder alle
omstandigheden te berijden en te leren kennen en ik moet zeggen, dat ik onder de
indruk ben gekomen van deze imposante brommer. Tot ongeveer 1800 km geloofde ik
steeds maar, dat de mensen van Guzzi mij het type "Standaard" (40 SAE
pk = ca. 35 DIN pk bij 6000 t/m en alle andere gegevens gelijk) in de handen
hadden gestopt, maar toen werd de kanonskogel pas goed vurig en vanaf 2000 km
„was" hij er helemaal. En hoe!
Kan men met zo'n berg van een motorfiets nou wel met plezier solo rijden? Dat
kan écht. Het kan zelfs op de fijnst denkbare manier. De karakteristiek van
deze machine ligt tussen BMW en Harley-Davidson en misschien zegt het u iets als
ik vertel, dat mijn vrouw (pols 60 mm doorsnede, lengte 1.78 m, gewicht 68 kg)
bij de eerste poging met deze buffel overweg kon. dat zij op het proefterrein
met keislag bij de tentoonstelling in Keulen keurig cirkels en achten draaide en
thuis dit grote beest gebruikte voor boodschappen in de nabije stad (tot
verbazing van de daar winkelende brave Zwaben).
Zo op het oog is het alsof de geweldige motor deze machine topzwaar maakt, maar
het tegendeel is het geval. Kijk maar eens hoe laag de motor in het frame hangt.
In vergelijking met andere motorfietsen ligt het zwaartepunt zelfs bijzonder
laag. Het starten kost geen zweetdruppels, men neemt plaats op de werkelijk
zachte buddyzit, draait de contactsleutel naar rechts als bij een auto en prompt
draait de motor stationair.
Wat gelijkmatig en rustig lopen betreft heeft een V-type motor zo zijn problemen. Bij het starten en wanneer bij stationair lopen het gas bruusk wordt opengedraaid, schudt de motor van de Guzzi V 7, maar verder loopt deze verrassend rustig. Hoe hoger het toerental is, des te minder stoot hij. Maar voorwaarde daarvoor is, dat de gaskabels van de twee carburateurs zo zijn afgesteld, dat de beide gasschuiven volkomen gelijk openen. Het uitbalanceren van de krukas is goed gelukt, maar in dit verband moet opgemerkt worden, dat de motor al een paar jaren in een militair voertuig voor terreinwerk gebruikt werd vóór iemand op het idee kwam, hem ook eens in een zware motorfiets te proberen. De motor loopt rustiger dan de meeste staande tweecilinders die ik ken en de achteruitkijkspiegel, die aan de linker koplampsteun bevestigd is, trilt absoluut niet. Men ziet daarin helder en duidelijk alles wat men achter zien laat. Onmiddellijk als de wielen beginnen te draaien frappeert de stabiliteit van deze machine. Zonder enige inspanning drukt men de Guzzi in elke bocht. In druk stadsverkeer draait men gemakkelijk om alles en iedereen heen en men hurkt niet met gebogen bovenlijf als op het smalle racezitje van een racemachine, noch troont men als op het zadel van een kameel op eenzame hoogte. Men zit aan het stuur als thuis aan de tafel, rechtop en ontspannen, met alle bedieningshandels zo voor het grijpen. Omdat de twee cilinders op kniehoogte opzij uitsteken, moet de rijder noodgedwongen iets meer naar achteren zitten dan hij het bij andere machines gewend is (wielbasis 145 cm). Maar opvallen doet dit eigenlijk niet, het is als vanzelfsprekend. De verplaatsing van het gewicht naar achteren is bij belasting met twee personen plus bagage achter de buddyzit in zoverre te merken, dat het stuur bij snel rijden - ongeveer 150 km/u - schuin liggend in lang doorgaande bochten door de kleinere belasting van het voorwiel, enigszins heen en weer slingert. Zonder duorijder is daar niets van te merken. In snelle bochten legt de machine zich bijna vanzelf plat en wel zo, dat men er zich de eerste keer over verbaast en de indruk krijgt, op een lichte racemachine te zitten, die een goede bochtenpikker is. Maar zo plat, dat de middenbok over het wegdek schuurt, ging het toch niet. Ik heb dat er ook niet op gewaagd en ook niet nodig gehad.
Vanzelfsprekend zal een lichtere Honda, een Norton of een Suzuki met zes versnellingen onder een goede rijder op een circuit als bv. de Nürburgring de Guzzi-buffel er wel uitrijden. Maar daar liggen ook niet de bijzondere hoedanigheden van deze machine. Die beginnen daar, waar het op onvoorwaardelijke taaiheid aankomt, waar bij het klimmen grote kracht gevraagd wordt, waar men op lange tochten een hoog gemiddelde en een hoge kruissnelheid verlangt. De makers van deze V7 zouden er ook voor moeten zorgen, dat zijspanrijden mogelijk is, want dit is werkelijk een fijne machine voor snel zijspanwerk. Krachtig en robuust. De V7 is taai. Dat bemerkt men aan verschillende details als bijvoorbeeld de fors uitgevoerde cardanaandrijving (geen onderhoud van kettingen), de door een V-riem aangedreven 12 volt dynamo met 300 watt vermogen, de solide uitgevoerde tuimelaars, de 12 volt 32 amp.u. (!) accu, de eenvoudige bouw van de motor en de toegankelijkheid van alle belangrijke onderdelen (bijstellen van de kleppen kan vanaf het zadel gedaan worden), de zorgvuldige afwerking en royale afmetingen van alle onderdelen. Dit alles geeft de indruk van grote betrouwbaarheid.
De tankinhoud is 20 ltr, het doorsneeverbruik is
1:19 en de actieradius is dus ruim voldoende. Als men op normale wegen een
gemiddelde van meer dan 90 km/u kan aanhouden, waarbij dag-etappen van 500 km
geen problemen vormen, ook niet wat vermoeid of stijf worden betreft, dan is het
duidelijk, in welke categorie motorfietsen de V7 kan worden ingedeeld. Tussen de
perioden van olie verversen heb ik geen olieverbruik kunnen vaststellen. De 4.00
x 18 Pirelli banden hebben een zeer goed profiel, maar na 2000 km snel rijden
toonden ze al duidelijk sporen van slijtage. De stevige telescoop voor vork en
de veerelementen van de achtervering zijn goed gedempt, de machine blijft zijn
spoor goed volgen, ook al omdat het frame volkomen stijf is. De motor staat
dwars in het frame; dit is bij het hoge draaimoment van ongeveer 6 mkg
bemerkbaar als men uit een bocht komend gas geeft of als men bruusk het
gashandel dichtdraait. Maar - en dit is toch wel opmerkelijk - het manifesteert
zich niet zo duidelijk als bij soortgelijke constructies. Misschien komt dit,
omdat de krachten van de bewegende delen in de cilinders niet horizontaal lopen.
In 5 sec. van stilstand tot 75 km/u, in 10 sec. tot 110 km/u, in 20 sec. tot 145
km/u zijn de acceleratietijden, die wij konden vaststellen. De voorrem is van
het two-leading-shoe type, de achterrem wordt door één nok bediend, beide
hebben een grote doorsnede en brede voeringen. Ze zijn erop berekend, dat ze in
bergterrein ook bij een snelle afdaling voldoen. In de wijzerplaat van de
snelheidsmeter zijn controle-lampjes voor de dynamo, de ontsteking, de oliedruk,
de vrij loop en het licht. De snelheidsmeter wordt vanuit de versnellingsbak
aangedreven. De 150 mm koplamp is te klein en daardoor is het licht te beperkt
voor deze snelle machine. (In Duitsland zal de Guzzi V7 met een 200 mm koplamp
geleverd worden).
Het zadel biedt ruim plaats voor twee personen. Men zit er zacht en gemakkelijk op, maar bij het rijden door een flinke kuil stoot het door. Bovenop de tank en naast het achterwiel is er voldoende ruimte om bagage mee te nemen en het frame is sterk genoeg om een hele kampeeruitrusting voor een vakantietocht te dragen.
In Duitsland zal de prijs ongeveer ƒ 4350,— worden. Dit is gezien wat ervoor geboden wordt, niet duur. Maar ik geloof, dat het niet de prijs zal zijn, waardoor deze V7 in Europa en de hele wereld veel vrienden zal maken. Dat zullen de royale opbouw en de superioriteit van deze machine wel doen!