Pagina 6 van 6
Vering
De Le Mans wordt voor en achter afgeveerd met behulp van de eigen vork en dempers. De voorvork heeft een minimale slag van zo'n 13 centimeter en dat wreekt zich bij hard remmen. Want hoewel de vering en demping heel goed op elkaar en de machine zijn afgestemd, mis je gewoon voldoende veerweg. Vooral bij hard remmen slaat de vork dan door, terwijl op slechte wegen de vork ook al heel snel tegen de stuit aan zit. Op de snelweg merk je daar niets van, maar wie graag diep in de bocht nog vol in de ankers gaat, en dat kan gewoon met deze machine, zal het gebrek aan veerweg voelbaar missen. Achter is de Guzzi ook al niet bijzon der royaal van veerwegen voorzien, maar een waarde van bijna 100 millimeter is meer acceptabel. Achter hadden we liever een wat straffere demping gezien wat de wegligging nog meer ten goede zou komen. De veren zijn precies goed, het juiste compromis tussen comfort en rij-hoogte.
Bedieningsgemak
De Le Mans is voorzien van een buitengewoon uitgebreid dashboard met alle lampjes die je maar wensen kan plus nog eens een klokje en een voltmeter. De kleine verklikkerlampjes zijn niet allemaal even best te zien bij fel daglicht, maar ze geven wel een schat aan informatie. Een alarminstallatie is standaard aanwezig.
De klokken zijn op zich goed af te lezen. De snelheidsmeter bleek behoorlijk optimistisch te zijn.
De middenbok en jiffy zijn licht te gebruiken, hoeveel de jiffy goed verscholen onder de kuip zit en daardoor wel eens moeilijk te vinden is. Wat we wel misten was een H4 unit in de koplamp. Het standaard gloeipeertje geeft voor een dergelijke machine een te geringe opbrengst. De Le Mans is een uitgesproken luxe machine, grapjes als een uurwerkje en een voltmeter zijn voor een dergelijke sportieve fiets niet nodig, maar wel altijd aardig om te hebben.
Uiterlijk
De loftuitingen over het uiterlijk van de Le Mans zouden al een gegronde reden zijn om de machine te kopen. Zonder uitzondering vindt iedereen de Guzzi een bloedmooie machine, iets wat je ook op de weg merkt omdat je veel bekijks hebt met de rode dikke Italiaan. De machine is erg netjes afgewerkt, ook de kabels onder de zijschermen zijn keurig weggewerkt, terwijl de vormgeving geraffineerd en sportief is. De enige uitzondering zouden we daarop willen maken voor de knipperlichten achter die op de een of andere manier niet in het totale beeld passen, De zwarte pijpen bleven zo waar gewoon zwart, ze gingen een beetje glimmen, maar het is niet zo dat het chroomwerk na twee dagen glanzend de kop opsteekt zoals dat vroeger het geval was.
Conclusie
De vraag blijft natuurlijk of een machine als de Le Mans bijna 13.000 gulden waard is. Dat ligt er volkomen aan vanuit welk blikpunt je de zaak bekijkt. In wezen is de Guzzi een bruut van een machine, een superbike van de oude garde met de daar bij horende kwaaltjes als een motor die slecht start als je te veel met het gas speelt, een vermogen dat op gang moet worden geholpen omdat de dikke V-twin onderin anders in zijn eigen gulzigheid verzuipt, open kelken waarvan het sonore geluid door de kuip omhoog gestuwd wordt en te korte veerwegen. Wat aanspreekt is het feit dat de Le Mans prestaties levert op zéér hoog niveau met de eenvoud (en relatieve zuinigheid) van een twin, de formidabele stuureigenschappen die een eenzaam peil bereiken en het beeldschone uiterlijk dat je uit Japan wel nooit zal krijgen. In dat licht gezien is de Guzzi een zeer begerenswaardige machine, het is een motor waar je op slag verliefd op kan worden. Gezien de prestaties is de Le Mans, ondanks zijn hoge prijs, een machine die met gemak de handschoen kan opnemen tegen de zware multicilinder 'hyperbikes' en is als zodanig eigenlijk de meest concurrerende machine uit de Guzzi lijn.
DERK EVERS